De Algemene Beschouwingen komen er weer aan en dan denk ik terug aan de beschouwingen van 2011. De opening van die Algemene Beschouwingen tonen hoe een debat verloopt als de ene spreker een voorstel doet op Proces, en een andere spreker niet op Proces reageert, maar op Relatie. Ik analyseer dit fragment graag met mijn model Context – Inhoud – Proces – Relatie.
Context: In 2011 werd het kabinet gevormd door Rutte I: VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV. De PvdA was de grootste oppositiepartij en zoals gebruikelijk mag de lijsttrekker van de grootste oppositiepartij de Algemene Beschouwingen openen. In 2011 was dat dhr. Cohen. Maar voordat de kamervoorzitter hem het woord kan geven, staat dhr. Wilders bij de microfoon en krijgt hij het woord van de kamervoorzitter. Dhr. Wilders wil een punt van orde maken: hij wil dat dhr. Roemer begint en vraagt om een hoofdelijke stemming – een interventie op proces. Dhr. Cohen reageert – helaas – op relatie (“Meneer Wilders, u bent een goede en slimme debater, maar met dit geschreeuw haalt u uzelf, deze kamer, maar vooral de kiezer omlaag.”) Terwijl dhr. Cohen nog doorgaat, laat de camera dhr. Wilders zien en roept hij nog “ordevoorstel”. Maar dat hoort dhr. Cohen niet. Daarop gaat dhr. Wilders op relatie verder en hij haalt fors uit naar dhr. Cohen.
De kamervoorzitter geeft daarop het woord aan dhr. Roemer. Hij lijkt de Algemene Beschouwingen te brengen naar waar het over hoort te gaan: de inhoud.
[Buiten dit fragment: uiteindelijk heeft de kamervoorzitter ingestemd met een hoofdelijke stemming en stemden alle fractievoorzitters tegen het voorstel van dhr. Wilders.]